zondag 25 december 2011

Sterker dan Stress

Met Sterker dan Stress overtreft Sonja Kimpen zichzelf. We kennen haar als inspirerende gezondheidsexpert en bewegingsdeskundige, maar nu manifesteert ze zich met een diepmenselijk inzicht op een heel ander domein, dat best samengevat kan worden als 'zelfrealisatie'. Sonja is als coach reeds jaren bezig met deze themathiek, op de enthousiaste en gepassioneerde manier die haar zo typeert.

'Sterker dan stress' is het eerste deel van een nieuwe reeks 'Coach jezelf gelukkig'-boeken. In dit boek toont ze aan de hand van talrijke cases en toepasbare strategieën hoe je zelf je leven kunt vormgeven. Als je goed weet wat je wilt, je gedachten focust op je doelen, je leven slim organiseert en een manier vindt om zin te geven aan wat je in het leven tegenzit, dan heb je alle troeven in handen om zelf de regisseur van je eigen leven te worden. Ze schets ook duidelijk hoe langdurige stress je ziek maakt en een aanslag kan zijn op je slanke lijn. .

Sterker dan stress is een inspiratiebron voor mensen die bewust door het leven willen gaan. Het is een coachboek dat je gegarandeerd veel leefplezier bezorgt met pakken minder stress.

Dit boek wil de lezer helpen om stress op een goede manier aan te pakken. De auteur is gezondheidsexpert en bewegingsdeskundige, en is vooral bekend van de Vlaamse televisie. In een eerste deel beschrijft ze de voorwaarde om stress aan te pakken, namelijk weten wat je wilt. Om de regie van je leven zelf in handen te krijgen reikt de auteur hier een aantal hulpmiddelen aan, zoals de 'stresseyeopener'. 

Daarna vertelt ze hoe je het prettig kan maken in je hoofd, zodat je op een andere, stimulerende manier naar het leven kan kijken. Verder schetst Kimpen hoe je je leven kan leren organiseren zodat je je tijd efficient kan benutten en bespreekt ze een aantal strategieen om op een constructieve manier om te gaan met emotionele stress.

Een laatste deel gaat dieper in op wat stress fysiologisch met het lichaam kan doen. Als bijlage zijn er twee instrumenten: de sterker-dan-stressactiepuntenlijst en de vitaliteitsscore. Met literatuurlijst. Een vlot leesbaar praktijkboek, dat doorspekt is met verhelderende voorbeelden, schema's, oefeningen en tips. Overzichtelijke tweekleurendruk.

zondag 18 december 2011

Mij krijgen ze niet gek...

over stress en overspannenheid

Bijna iedereen heeft tegenwoordig wel eens last van stress, in lichte of in ernstige mate: spanning, een opgejaagd gevoel, een gevoel van 'ik kan het niet meer aan', thuis of op het werk. Hoe stress ontstaat, hoe het tot uiting komt en vooral: wat je er aan kunt doen, bij jezelf en bij anderen, wordt in dit boekje uitgelegd. Het bevat een aantal programma's met behulp waarvan de lezer zelf aan zijn probleem kan werken.

Na een korte uitleg over wat onder het begrip stress ("gespannenheid en oververmoeidheid") kan worden verstaan, krijgt de lezer een aantal middelen (opdrachten, vrij veel invuloefeningen, tips) aangereikt om stress bij zichzelf en anderen vroegtijdig te kunnen herkennen, evenals methoden om te voorkomen dat men in stress geraakt. Methoden betreffen werkbelasting, manieren van denken, omgaan met mensen en leefgewoonten.

De auteur is psycholoog en heeft, mede door andere publicaties, een goede naam op het gebied van gedragstherapie voor groepen.

In begrijpelijke taal geschreven zelf-hulpboekje, bruikbaar voor redelijke functionerende mensen die gevaar lopen overspannen te geraken, én binnen de hulpverlening.

zondag 11 december 2011

Van Stress naar Vrijheid en Gezondheid

Over het boek
Van stress naar vrijheid en gezondheid is een boek voor mensen die vaker fris en uitgerust wakker willen worden. Wil je beter kunnen omgaan met de stress van elke dag zodat je beter functioneert in dit snelle informatietijdperk? Je concentratievermogen en je geheugen verbeteren? Of wil je leren de emotionele stress tengevolge van een ziekte te hanteren? 

De wereld draait op emoties. Geld, macht en liefde zijn de belangrijkste drijfveren. Wie het beste op die emoties kan inspelen, wint. Inzicht in je eigen stressfactoren is daarbij handig. Stress en emoties hebben grotere invloed op je geest, op je sociale functioneren en je gezondheid dan je denkt. Oude informatie, die is opgeslagen in je onderbewustzijn, is de basis van je reactiepatronen. In principe kan iedereen, jij ook, oude ongewenste informatie zodanig veranderen, dat je er geen last meer van hebt. Transformatie door het veranderen van je informatie. 

Dit praktische boek biedt uitleg en oefeningen die je leren wat stress, informatie en gezondheid met elkaar te maken hebben. En hoe je snel en diep kunt ontspannen. Het resultaat is innerlijke vrede en harmonie, die je uitstraalt naar de buitenwereld.

Door middel van de eenvoudige en effectieve oefeningen in dit boek creeer je vrijheid en gezondheid voor jezelf en meer plezier en geluk.

Over de schrijver
Vera van Mierlo is van oorsprong huisarts. Na meer dan twintig jaar werken in achtereenvolgensde jeugdpsychiatrie, de jeugdgezondheidszorg als jeugdarts met opleiding sociale geneeskunde enals vertrouwensarts inzake kindermishandeling ontdekte zij de Oosterse geneeswijzen en de bijbehorende visie op de mens en zijn lichaam. 

Haar ideaal: Een combinatie van het beste uit de Westerse en Oosterse geneeskunst voor iedereen. Afgelopen tien jaar paste zij dit toe in haarpraktijk. Nu geeft ze nog communicatietraining, en workshops Emotional Freedom Techniques(EFT) en zelfhypnose.


vrijdag 28 oktober 2011

Werken tot je erbij neervalt

Door: Roos Kuiper

Burnout: dramatische wending
'Ik zat achter mijn bureau en er verscheen een of ander onbenullig mailtje met de vraag waar iets toch gebleven was. Opeens rolden de tranen over mijn wangen en kon ik niet meer stoppen met huilen. Toch wilde ik kost wat kost doorgaan met mijn werk. Een goede collega loodste me onze afdeling af en nam me apart. Pas na twee uur praten had ze me ervan overtuigd dat ik naar huis moest gaan. Eenmaal thuis zat ik op de bank en wist ik echt niet meer wat ik moest doen. Ik kon niet lezen, als ik televisie keek, ging alles langs me heen, ik voelde me enorm besluiteloos en heel paniekerig.'

Zo begon de burnout van Nicolette van Rutten, in het dagelijks leven werkzaam op de marketingafdeling van de ING. De meeste verhalen van mensen die een burnout hebben, zijn redelijk vergelijkbaar. Zo ook het mijne. Toen ik dit artikel begon te schrijven, een half jaar geleden, zat ik zelf tegen een burnout aan. Ik raakte van ieder wissewasje ontzettend gestrest en het kostte steeds meer bloed, zweet en tranen om deadlines te halen. De dag voordat ik instortte, was ik thuis aan het werk en zo gespannen dat ik pas nadat ik twee borrels had achterovergeslagen mijn verhaal kon afmaken. En ik ben de enige niet. Zo ken ik in mijn directe omgeving een gehaaide verkoper die voortdurend in huilen uitbarstte, een zeer bekwame ziekenhuismanager die door acute pleinvrees zijn eigen tuin niet meer in durfde, en een drukbezette eindredacteur bij een omroep die opeens geen auto meer durfde te rijden.

Het leven van mensen die instorten op hun werk neemt meestal een dramatische wending. Lichaam en geest weigeren opeens iedere opdracht en een immense vermoeidheid slaat toe, dikwijls vergezeld van hartkloppingen en paniekaanvallen. Dat Tony Blair er momenteel zo aan toe is, is nog wel begrijpelijk. Maar hoe kan het dat zoveel gewone Nederlandse werknemers zich zo enorm uitputten dat ze er bijna letterlijk bij neervallen?

Beroepsziekte, modeziekte?
Burnout wordt wel dé beroepsziekte van dit moment genoemd. 'De schatting is dat vier tot tien procent van de beroepsbevolking aan dit arbeidsprobleem lijdt', zegt Carien Karsten. Ze werkt als psychotherapeut en managementconsultant bij B&A/Prometheus en geniet inmiddels landelijke bekendheid door de verschillende zelfhulpboeken die ze over burnout schreef. Vast staat dat eenderde van de wao-instroom wordt veroorzaakt door psychische klachten als stress en burnout. Dat zijn ongeveer driehonderdduizend mensen. 'Aan uitkeringen is dat drie miljard euro per jaar', rekent Karsten uit. Ze vist nog wat onderzoeken uit haar archief. 'Zestig procent van de advocaten die in de wao belanden, heeft psychische klachten. Opmerkelijk genoeg vallen onder de risicogroepen ook werknemers die een burnout op kilometers afstand aan zouden moeten zien komen, zoals bedrijfsartsen en huisartsen.

Beroepsziekten zijn aan modes onderhevig, zegt Karsten. 'De term burnout staat niet voor een psychiatrische diagnose, maar is een containerbegrip. Er wordt mee bedoeld dat iemand zich mentaal en fysiek uitgeput voelt, zich vervreemd voelt van zijn omgeving en zich minder competent voelt. Burnout gaat gepaard met psychische en lichamelijke klachten.' In de jaren tachtig belanden mensen voornamelijk vanwege hun rug in de wao, daarna waren diagnoses als whiplash populair en nu heet het burnout.'

Toch uit een burnout zich niet alleen in psychische klachten. Fysiek gebeurt er ook het een en ander met het lichaam (zie kader). Tijdens stressvolle situaties maakt het lichaam stresshormonen aan. Als iemand zich daarna niet flink ontspant, kan het lichaam die hormonen niet allemaal afbreken en blijft het lichaam in een staat van alertheid die vergelijkbaar is met die van een zebra die bedreigd wordt door een leeuw. Mensen die instorten zijn om die reden vaak angstig, krijgen last van fobieën of vertonen agressief gedrag. 'Hun partners kunnen niks goed meer doen en ze vitten op alles en iedereen.' De agressie beperkt zich vaak niet tot verbaal geweld, is Karstens ervaring. 'Ik stel bijvoorbeeld bij ouders altijd de vraag: sla je je kinderen?'

Officiële burnout, wat is dat?
'Mensen met verschijnselen van burnout hebben een keur aan klachten,' zegt coach Wies Weijts nadat ze dik twintig mogelijke symptomen heeft genoemd, variërend van hartkloppingen tot minder gevoel voor humor (zie kader). Weijts werkt als coach en organisatieadviseur op het gebied van verzuimpreventie en reïntegratie bij Schouten en Nelissen. Omdat het ziektebeeld zo moeilijk vast te stellen is, wordt de aandoening vaak in metaforen omschreven, zoals 'een toestand van uitputting die te vergelijken is met het doven van een vuur of met het opbranden van een kaars'.

Amerikaanse onderzoekers stellen dat bij een 'officiële' burnout in ieder geval sprake moet zijn van drie kenmerken: mentale en emotionele uitputting, een geringe betrokkenheid bij het werk en een gevoel van ondermaats presteren. Dikwijls wordt gedacht dat burnout een ander woord is voor overspannenheid, maar er zijn wel degelijk verschillen, zeggen deskundigen. Overspannenheid heeft een duidelijk aanwijsbare oorzaak die in een recent verleden (tot pakweg een half jaar geleden) plaatsvond. Mensen kunnen overspannen raken van bijvoorbeeld ruzie op het werk of een sterfgeval in de familie. Burnout is eerder het gevolg van jarenlange roofbouw, van het jarenlang negeren van stress en lichamelijke klachten. Ook is bij mensen die een burnout hebben 'echt het licht uitgegaan', zoals Weijts het formuleert.

Omdat iemand al jarenlang ongezond leeft, is de weg naar burnout vrijwel altijd een onomkeerbaar proces. 'Mensen die opgebrand raken kunnen niet stoppen, hebben geen momenten van reflectie meer, zitten in een stressglijbaan en het is héél moeilijk daar vanaf te stappen.' Ondertussen krijgen ze van partners, familie en collega's wel degelijk signalen en hints over hun toestand, maar de reactie luidt steevast 'bemoei je er niet mee', want mensen die zich aan het opbranden zijn, zijn uitermate vastberaden om kost wat kost de doelen die ze zichzelf gesteld hebben te behalen.

Voldoende signalen
Achteraf gezien had Nicolette van Rutten voordat ze afbrandde wel degelijk signalen dat het niet goed ging. 'Mijn haar werd dof en begon met plukken uit vallen. Mijn huid werd slecht en ik ging steeds minder eten, omdat ik daar geen tijd meer voor had. Slapen ging opeens slecht en ik werd steeds moe wakker. Maar stoppen kon ik niet. Ik dacht steeds het gaat wel over".'

In de periode voor het definitief instorten, is er sprake van een enorme blikvernauwing. In plaats van op de rem te staan, gaan ze proberen om alles wat mis dreigt te gaan onder controle te houden. Het werk relativeren, lukt niet meer. De dagen op kantoor worden alsmaar langer, de avonden en weekenden steeds korter. 'Allerlei lichamelijke signalen worden genegeerd, mensen die tegen een burnout aan zitten, slikken vaak flinke hoeveelheden paracetamol om hun hoofdpijn, spierpijn of slaapproblemen te onderdrukken', zegt Karsten. Ook sterkere middelen worden vaak niet geschuwd: slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen en drank zijn nodig om de spanning te verminderen.

Mensen die geen burnout hebben meegemaakt, zijn ervan overtuigd dat het hen niet zal overkomen. Ze leggen er steeds een schepje bovenop en hebben een grote afkeer tegen vertoon van zwakte. Ook Nicolette van Rutten was voordat ze instortte een echte diehard. 'Ik vind mijn werk gewoon te leuk en het maakt me niet uit of het zes uur of negen uur wordt, het is een hobby geworden, bovendien heb ik een enorme wilskracht. Ik wil altijd een tien of een elf scoren.' Haar attitude werd zeer gewaardeerd op het werk. 'Mensen die heel veel willen en goed zijn in hun werk worden altijd op allerlei projecten gezet, en bij ons is er altijd wel werk. En als er iets dringend afgemaakt moest worden, dan bood ik mezelf altijd aan, want ik had toch geen partner of kinderen. Ook bleef ik altijd op kantoor hangen. Als ik 's avonds had afgesproken met vrienden, dan ging ik daar meestal direct uit mijn werk heen, in plaats van tussendoor eerst even rustig naar huis te gaan.'

Kenmerkende eigenschap: wilskracht
Die werkmentaliteit kan iemand lang volhouden. 'Mensen kunnen jarenlang heel hard werken, veel uren draaien, onder hoge werkdruk presteren voordat ze instorten. Een belangrijke eigenschap van burnoutpatiënten is dat ze een enorme wilskracht hebben', zegt Karsten. Die wilskracht weerhoudt mensen ervan om het tij te keren. Het heeft ook bijna geen zin er iets van te zeggen, weet Nicolette van Rutten uit eigen ervaring. Op haar werk werd ze ook gewaarschuwd voor haar werkdrift, toch ging ze stug door. 'Als ik nu iemand anders burnout zie raken, dan zeg ik het wel. Maar ik weet ook dat ze toch niet luisteren, dat deed ik ook niet.'

Dat uitgerekend zij een burnout kreeg, begreep haar omgeving trouwens niet altijd. 'Mijn ouders riepen "Een jonge meid is niet moe." Pas toen ik ze een paar artikelen over burnout had gegeven, begrepen ze dat het niet tussen mijn oren zat, maar dat ik mijn lichaam had uitgeput.'

Volgens Wies Weijts zijn mensen die een burnout krijgen doorgaans de best presterende jongens en meisjes uit de organisatie. 'Zeer loyale, betrokken, hard werkende, consciëntieuze werknemers. Ze hebben een soort grenzeloosheid in zich, ze combineren perfectionisme met een enorm verantwoordelijkheidsgevoel en zijn heel gevoelig voor waardering van anderen.'

De juiste balans
In het regeringsadvies 'Werken aan balans' schrijft de RMO (Raad voor Maatschappij en Ontwikkeling: een burnout wordt veroorzaakt door een disbalans tussen draaglast en draagkracht in een mensenleven, waardoor mensen geleidelijk aan hun reserves opmaken.' Om stress kwijt te raken, is daarom niet alleen rust nodig, maar moet ook gezocht worden naar de juiste balans. Een weekje vakantie helpt dus niet. Mensen die afgebrand zijn, moeten om te beginnen weer hun lichaam leren kennen. Ook moeten ze leren om met regelmaat pauzes te nemen. Karsten: 'Van hard werken is nog niemand doodgegaan. Wel van te weinig ontspannen.' De meeste boeken en cursussen adviseren om in je agenda 'lummeluurtjes' in te lassen. Dus niet na een heftige vergadering meteen aan de slag gaan met de lijst van actiepunten, maar eerst iets rustigs doen. Op haar burnouttraining leerde Nicolette ook thuis haar dagen in te roosteren met activiteiten en rustpauzes. 'Verplicht zitten vind ik nog steeds moeilijk.'

De echte stresskonijnen onder ons hebben sport en vriendenkring ernstig verwaarloosd om te kunnen blijven presteren op het werk. Weer bewegen en meer leuke dingen doen staat daarom met een uitroepteken bovenaan het huiswerklijstje van de burnoutpreventiecursus. Vaak zijn gestresste mensen een beetje de weg kwijt in het leven en vergeten wat ze ook alweer écht leuk vonden. Het bijhouden van een 'stressdagboek' kan helpen orde op zaken stellen.

Veel dingen tegelijk doen en haasten zijn uit den boze. 'Niet meer door rood rijden, ga gewoon eerder van huis', adviseert journaliste Annegreet van Bergen, die over haar eigen burnoutervaringen een boek schreef. Het is even wennen om niet meer het gaspedaal in te drukken bij oranje, maar het scheelt wel weer een stressmoment (dat bovendien totaal nutteloos is, gezien de minimale tijdwinst die het oplevert).

Geen dwanggedachten meer
Het woordje "moeten", is uit mijn woordenboek geschrapt', zegt Nicolette van Rutten, die bijna hersteld is van haar burnout. Net als veel mensen die afbranden, was ze erg perfectionistisch, loyaal, en voelde ze zich overal verantwoordelijk voor. Zo'n werkhouding gaat gepaard met irrationele dwanggedachten, beweren specialisten als Weijts en Karsten. Ik moet op mijn werk altijd tienen halen, ik moet mijn collega's altijd helpen, ik wil dat iedereen mij aardig vindt, en ik mag geen fouten maken, bijvoorbeeld. Met behulp van de zogeheten RETmethode (RET staat voor rationeel emotieve therapie) leren burnoutpatiënten deze irrationele gedachten te vervangen door meer realistische gedachtes.

Een ander zwak punt van veel gestresste mensen is dat ze niet assertief genoeg zijn op hun werk. Ze kunnen nieuwe opdrachten niet weigeren ook niet als ze het al razend druk hebben - en vragen zelden om hulp. Ook op dat gebied zal iemand zijn gedrag flink onder de loep moeten nemen, of met behulp van gedragstherapie veranderen. Toch kan al dat timmeren aan jezelf onvoldoende zijn om een volgende instorting te voorkomen. Burnout wordt altijd mede veroorzaakt door de werksituatie', zegt John Klein Hesselink, die onderzoeker is bij TNO Arbeid en ook bedrijven adviseert over werkstress. 'Ik ben ervan overtuigd dat een burnout iedereen kan treffen, ook stressbestendige mensen, alleen overkomt het hen wat later.' Klein Hesselink gelooft daarom maar beperkt in het nut van antistresscursussen. 'Tijdelijk ben je wel van je problemen af, maar als de werksituatie niet verandert, loop je na verloop van tijd weer tegen dezelfde problemen aan.'

Wie maakt kans op burnout?
Wie denkt: dat zal mij niet overkomen, zit er waarschijnlijk naast. Maastrichtse onderzoekers volgden drie jaar lang ruim achtduizend aanvankelijk gezonde en fitte werknemers. Een jaar na de aanvang van het onderzoek bleek dat tien procent van de mannen en veertien procent van de vrouwen last had van langdurige vermoeidheid, het voorportaal van de zo gevreesde burnout.
Het onderzoek constateerde een opmerkelijke samenhang tussen het lichaamsgewicht en de kans op vermoeidheid. Mannen met overgewicht liepen meer risico. Bij vrouwen leek het verband juist omgekeerd, vrouwen met ondergewicht hadden zelfs drie keer zo veel kans op langdurige vermoeidheid. Volgens een rapport van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling voelt zo'n tien procent van de werkenden zich ernstig vermoeid. Ongeveer vier procent heeft te maken met burnoutverschijnselen. Docenten in het onderwijs worden relatief het meest arbeidsongeschikt verklaard ten gevolgen van burnout.
Er zijn twee momenten waarop het burnoutrisico het grootst is. Aan het begin en halverwege een loopbaan. De eerste categorie zijn pasafgestudeerden die hun idealen niet kunnen verwezenlijken in hun baan. De laatste groep loopt vast omdat het werk bijvoorbeeld geen uitdaging meer biedt. Werkende moeders worden - in tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen - minder vaak getroffen door burnout. Singles lopen een veel groter risico op burnout.

De voortekenen van burnout

Fysiek 

  • Slechter slapen, vroeg wakker
  • Opgejaagd
  • Hoofdpijn
  • Buikpijn
  • Hartkloppingen
  • Zwetende handen

Denken
  • Minder flexibel
  • Sneller geïrriteerd
  • Minder betrokkenheid voelen
  • Vergeetachtigheid
  • Moeite met concentreren
  • Afname vindingrijkheid
  • Malende gedachten
  • Minder gevoel voor humor Emotioneel
  • Meer zorgen
  • Stemmingswisselingen
  • Snel huilen, brok in de keel
Gedrag
  • Bazig zijn
  • Snel vitten
  • Rusteloosheid
  • Besluiteloosheid
  • Traagheid (niks komt af)
  • Meer eten/roken/drinken

De stadia van burnout
1 Fysieke en mentale uitputting (elke avond met een afhaalpizza op de bank ploffen en zappend voor de tv in slaap vallen, stress op het werk door een combinatie van te veel verantwoordelijkheid en te weinig middelen en bevoegdheden en een overvolle agenda).

2 Schaamte en vertwijfeling (over de eigen kwaliteiten, de toekomst, het presteren).

3 Cynisme en harteloosheid (een hardere opstelling tegenover collega's en gevoelens van onverschilligheid zijn typische reacties die mensen vertonen als ze lange tijd blootstaan aan stress).

4 Fatalisme, hulpeloosheid en crisis (het maakt allemaal niks meer uit, een totaal machteloos gevoel, losse tranen, scheuren in het pantser; de burnout is een feit).

Burnout is een fysieke stoornis
In tijden van nood beschikt het lichaam over een extra energiebron. Wie over zijn vermoeidheid heen stapt, snoept energie uit die noodbron. 'Ik zeg altijd: dan gaat de aanjager aan, de choke', zegt psychotherapeut Sonja van Zweden van het burnoutadviesbureau CSR Centrum Amsterdam. Voor het gebruik van die extra energie betalen we een hoge prijs, want er is veel hersteltijd nodig om de noodvoorraad weer aan te vullen. 

Als iemand niet voldoende herstelt en door blijft beulen, nemen de stresshormonen als adrenaline, cortisol en noradreline in het bloed cumulatief toe. In principe zou je dus middels een bloedtest kunnen vaststellen of iemand een burnout heeft. 'Helaas is die hormoonmeting zo duur, dat dit bijna niet gebeurt', aldus Van Zweden.

Door de hormonale veranderingen gaat het lichaam anders functioneren. 'Het lichaam stelt zich in op een alarmsituatie. Er gaat extra bloed naar de spieren, waardoor die gespannen aanvoelen, de pijngrens verschuift, de spijsvertering neemt af en het motorisch reactievermogen gaat op scherp staan. Dit lichamelijke mechanisme stamt uit de oertijd, toen de mens nog op de vlucht moest slaan voor een leeuw.'

Omdat mensen bij chronische stress onvoldoende kunnen herstellen, raken ze uiteindelijk in een situatie waarbij ze te gestrest zijn om te kunnen profiteren van rust. Ze kunnen niet meer goed slapen, voelen zich 's ochtends moe in plaats van fit - en dat dag in, dag uit. Dat mensen met een burnout snel geïrriteerd raken of in tranen zijn, heeft daarom nauwelijks te maken met emoties, maar wordt veroorzaakt door de ontregeling van het neurohormonale systeem', zegt Van Zweden. In wezen is er geen verschil tussen lichamelijke vermoeidheid en geestelijke vermoeidheid, stelt ze. 'Je kunt spierpijn krijgen van te veel denken en topsporters die overtraind zijn, krijgen psychische klachten.'

De kortste weg naar een burn-out...

  • Zorg dat je altijd je mobiele telefoon bij je hebt...
  • Voel je verantwoordelijk...
  • Een cursus time-management...
  • Je de kaas niet van het brood laten eten...
  • Maak overal lijstjes van...
  • Plan vooruit! Zodat je alles efficiënt en effectief kan doen...
  • Doorbijten...
  • Volhouden...
  • Doen wat moet...
  • Geen uitvluchten verzinnen...
  • To be all that you can be...
  • Alles eruit halen wat er in zit...
  • Je sociale netwerken managen...
  • Je laten uitdagen...
  • Een cursus multi-tasking...
  • Een uitdaging aangaan...
  • Maak jezelf onmisbaar...
  • Gestructureerd te werk gaan...
  • Aan je verplichtingen voldoen...
  • Je ergens toe verplicht voelen...
  • Zorg dat je altijd bereikbaar bent...
  • Jezelf oppeppen...
  • Een cursus persoonlijke effectiviteit...
  • Ambitieus zijn...
  • Je de kaas niet van het brood laten eten...
  • Voor jezelf opkomen...
  • Nergens voor uit de weg gaan...
  • Nergens bang voor zijn...
  • Jezelf ergens overheen zetten...
  • Als je A hebt gezegd, ook altijd B zeggen...
  • Ergens voor gáán...
  • Je door niets van je doel af laten houden...




woensdag 26 oktober 2011

Dertiger..? Voorkom een burnout

Carrière maken, de zorgtaken thuis en vriendschappen onderhouden. Je hebt het druk, maar wil alles blijven doen. Wanneer is het tijd om keuzes te maken?

Op jonge leeftijd met een burnout thuis zitten: het lijkt een trend. Wat eerder weggelegd leek voor veertigers en vijftigers, ligt nu ook voor dertigers op de loer. Tijdens de studie zijn ze al met 1001 dingen bezig; een goede opleiding volgen, investeren in waardevolle vriendschappen en eventueel nog een bestuursfunctie. Wie net aan zijn carrière begint, moet opnieuw een evenwicht vinden tussen al die activiteiten. Zoniet, dan leidt dat al op jonge leeftijd tot een burnout. 

Zoals bij de 34-jarige Maarten. Als projectmanager bij een groot internationaal bedrijf kreeg hij in de loop van de jaren de verantwoordelijkheid voor steeds grotere projecten. Maarten gaat volledig op in zijn werk, maakt werkweken van meer dan zestig uur en is 's avonds zelden op de bank te vinden. Twee bestuursfuncties bij prestigieuze netwerkorganisaties en uitnodigingen voor borrels van prominenten uit het vakgebied houden hem druk bezig. Getrouwd en met het tweede kind op komst heeft hij de laatste tijd geregeld ruzie met zijn vrouw. Zij vindt dat Maarten gestresst is en geen prioriteiten stelt.

Dertigers met een werk- en leefstijl zoals Maarten: getalenteerd, goed opgeleid, enthousiast en hart voor de zaak. Jong en ongebonden gaan ze er voor, maar ergens in de loop van de jaren na de studie verliezen ze ongemerkt de grip op de balans tussen werk en privé.

Hoe weet je als dertiger dat je keuzes moet maken?

Stel jezelf de volgende vragen:

Let op signalen uit je omgeving.
Wordt er geklaagd dat je nooit meer thuis bent? Zie je goede vrienden te weinig? |

Let op stressgedrag.
Ben je kortaf en snel geïrriteerd? Haast je je vaak? Vergeet je te eten? Heb je alcohol nodig om tot rust te komen?

Bekijk je agenda eens kritisch.
Is er nog wel tijd om spontaan iets leuks te gaan doen? Ben je elke avond op pad? Wanneer had je voor het laatst echt tijd voor je partner?

Check je energiehuishouding.
Zijn er vermoeidheidssignalen? Kan je moeilijk je bed uitkomen? Kosten dingen die je vroeger leuk vond om te doen je nu energie?Maarten kon er op basis van dit lijstje niet omheen: hij moet keuzes maken om een burnout te voorkomen. Zijn plan? Meer rustmomenten in zijn agenda zetten, twee keer in de week sporten, stoppen met een van zijn bestuursfuncties en minimaal twee avonden door de week thuis zijn.

Wat ga JIJ doen..?


maandag 24 oktober 2011

Beter af na een Burnout...


Het is dé beroepsziekte van deze tijd. Burnout. Oftewel: afgebrand. De aanloop naar de aandoening volgt een vast patroon. En het profiel van de slachtoffers is bijna altijd hetzelfde. Mensen die een burnout krijgen, zijn steevast van die frisse, enthousiaste en bevlogen mensen waar je altijd op kunt rekenen en die zich meer dan honderd procent inzetten op hun werk. Jarenlang werken ze hard, maken ze lange dagen. Ze maken dan ook snel carrière. En gaan vervolgens nog harder werken, nog langere dagen maken met alle gevolgen van dien voor hun privé-leven. Het jaar voordat ze instorten, krijgen ze allerlei pijntjes en problemen. Bijvoorbeeld: hoofdpijn, slaapstoornissen, rugklachten of eczeem. Ze negeren hun klachten, vinden dat ze het niet kunnen maken om zich ziek te melden en zijn ervan overtuigd dat ze onmisbaar zijn op hun werk.


Dan dient zich een spannende gebeurtenis aan op het werk, een fusie, een reorganisatie. Daar weten de burnouts in spe zich meestal nog wel redelijk doorheen te slaan, ondanks dat hun stressklachten verder toenemen -- net als hun consumptie van verslavende middelen (paracetamol, drank, sigaretten, koffie). En dan opeens, na een korte vakantie die ze zichzelf nog net toestaan, storten ze in. Hartritmestoornissen, zware paniekaanvallen, trillen, acute pleinvrees, voortdurend huilen: het is wonderbaarlijk dat mensen ineens zo kunnen instorten. Even wonderbaarlijk is dat ze ondanks al die klachten na verloop van tijd -- gemiddeld een half jaar -- ook weer herstellen. Maar is daarna ook alles weer bij het oude?

Piekende carrière, privé-leven in dal
Eind jaren negentig ging het bedrijfsleven 'crescendo', zoals Daniel Weber het noemt. Hij werkte destijds als jurist bij een participatiemaatschappij en zijn werkdruk steeg even excessief als zijn beloning. 'Mijn werkkamer stond vol met tafels vol met stapels dossiers. Ik werkte tien transacties tegelijk af. En steeds lag er een nieuwe stapel te wachten. Ondertussen kreeg ik bonus op bonus. Aandelen, opties; het hield niet op. Dus met veel plezier stoomde ik door, nam ik steeds minder pauzes en werkte ik regelmatig nachtenlang door.'

Maar terwijl zijn carrière piekte, bereikte zijn persoonlijk leven een dieptepunt (daarom wil hij liever niet met zijn echte naam in dit artikel). 'Het contact met mijn vrouw was nihil en voor de kinderen was ik er niet of nauwelijks.' En net als de meeste mensen die opbranden, leefde Weber ongezond. 'Ik verstookte twee, drie pakjes sigaretten per dag en om te ontspannen, ging ik drinken. Zo'n vier tot vijf dubbele whisky's per dag met nog wat andere dingetjes. Op een gegeven moment werkte dat niet meer, dan dronk ik nog meer en rolde ik half bewusteloos in bed. Om acht uur stond ik op en met heel erg veel zwarte koffie raakte ik weer op de been.'

Weber raakte zelfs in een psychose. 'Na een idioot drukke periode op het werk ging ik met mijn gezin op wintersport. Ik raakte daar los van de realiteit, begon te hallucineren en dacht dat ik iemand anders was. Maar in die staat voelde ik me heel goed, dus niemand merkte iets aan me. En zo ben ik van Frankrijk naar Nederland gereden met onze drie kinderen op de achterbank.' Pas toen merkte Webers vrouw -- nota bene psychotherapeute van beroep -- dat haar man ernstig in de war was. Thuis, met behulp van een bevriende psycholoog, wist ze hem weer terug te brengen in de realiteit.

Daarna moest Weber -- stap één in het genezingsproces -- weer gezond gaan leven. Hij moest niet alleen weer leren slapen, de alcohol laten staan en meer bewegen. 'Ik ben ook een paar maanden in psychotherapie gegaan. Ik wilde weten wat er met me gebeurd was en hoe ik dat in de toekomst kon vermijden. Ooit had ik een goede relatie. Nu eiste mijn vrouw, zeer terecht, dat ik haar het perspectief bood dat ik het anders zou doen.'

Fysieke grenzen erkennen en gedragstherapie
'Burnoutpatiënten moeten eerst erkennen dat ze hun fysieke grenzen hebben overschreden. Ze moeten beseffen dat gezondheid belangrijk is voor een mens en dat ze hun gewoontes en gedrag flink moeten aanpassen', zegt psychologe Carien Karsten. Ze werkt bij het Human Resourcesbureau B&A/Prometheus en heeft twee zelfhulpboeken geschreven over burnout. 'Het punt is dat ze wel weten dat gezond zijn belangrijk is, maar niet in staat zijn daar ook naar te leven.'

De behandeling van een burnout bestaat dan doorgaans ook uit cognitieve gedragstherapie, naast gedragstherapie en loopbaanadvies. Om meer inzicht te krijgen in wat ze aankunnen, leren mensen welke situaties bij hen stress veroorzaken en van welke dingen ze juist energie krijgen. Ze leren hoe ze minderen kunnen piekeren, hoe ze weer positiever kunnen denken en hoe ze zich assertiever kunnen opstellen op het werk.

Journaliste Annegreet van Bergen had acht jaar geleden haar burnout en beschreef haar ervaringen in haar boek De lessen van burnout. Ze zocht de hulp van een psychiater die constateerde dat haar 'actieve kant overontwikkeld' was. 'Ik reageerde op vrijwel alles heel heftig en ik stak energie in dingen die ik beter kon laten betijen. Voor mij was dat inzicht een enorme eye-opener. Dat ik niet overal op af hoefde te stappen, dat ik me niet overal verantwoordelijk voor hoefde te voelen.'

Nu ze regelmatig rust neemt en niet meer overal impulsief op af stormt, voelt ze zich meer in balans dan ooit. 'Ik ben nadrukkelijk op mijn eigen energiemanagement gaan letten. Ook in mijn privé-leven trouwens. Ik moest me echt bewust worden van wat energie kost en wat energie oplevert.' Ook Karsten besteedt in Uit je burnout, een 30 dagen programma veel aandacht aan het mentale veranderingsproces. 'De lichamelijke kLachten gaan meestal over, maar niet vanzelf', zegt Karsten.

Geen ziekte, maar levensles
Het zal een jaar of tien geleden zijn geweest, dat voor het eerst de diagnose burnout werd gesteld. Inmiddels komt de aandoening heel veel voor, zegt bedrijfsarts Marielle A Tjak. Toen ze nog als bedrijfsarts in de geestelijke gezondheidszorg werkte, was bijna driekwart van de ziekmeldingen het gevolg van psychische klachten. 'Nu werk ik bij een gemeente en daar is het aandeel psychische klachten iets lager, maar nog steeds erg groot.'

Hoewel er uitgebreide richtlijnen zijn voor het stellen van de diagnose burnout, huldigt A Tjak het standpunt dat burnout géén ziekte is. 'Eigenlijk is het een levensles. Mensen die een burnout oplopen, hebben onvoldoende inzicht in wat ze fysiek en geestelijk aankunnen. Ze hebben niet goed in de gaten welke eisen het leven aan hen stelt en hebben in het algemeen veel te overspannen verwachtingen ten aanzien van wat ze allemaal moeten presteren in het leven.' 'Bovendien wordt er voortdurend op gehamerd dat succes binnen ieders bereik ligt. Mensen vinden zelfs dat ze er recht op hebben.'

Als burnout een levensles is en geen ziekte, is het wel een les waar mensen goed ziek van worden. Gelukkig leren de meeste mensen er metterdaad ook iets van. Maar of ze helemaal de oude worden, is moeilijk te zeggen. 'Ze nemen allemaal gas terug en gaan minder werken', constateerde Karsten, toen ze bij haar klanten middels een enquête onderzocht hoe het een jaar later met hen gesteld was. 'Het enige wat ze gedurende langere tijd als klacht houden, zijn concentratieproblemen en geheugenklachten. Hun informatieverwerking doet het niet meer zo goed. Maar naar mijn idee is dat ook het gevolg van de snelle maatschappij waarin we leven. Op het werk moet je nu veel meer je aandacht verdelen dan vroeger. En dat leidt automatisch tot cognitieve overbelasting.'

Nieuw leven dankzij burnout
Binnen een half jaar zijn de meeste mensen weer aan het werk. Het duurt echter wel een jaar of twee voordat mensen écht weer in balans zijn, zegt Karsten. Annegreet van Bergen: 'Het eerste jaar was ik nog vaak moe en mijn incasseringsvermogen was ook niet erg groot. Als iemand iets zei dat me niet aanstond, was ik vreselijk van slag. Het leek wel goed te gaan, maar achteraf gezien was ik nog heel kwetsbaar.'

Een burnout mag dan heel vervelend zijn, en het herstel langzaam, de meeste mensen zijn achteraf blij dat ze de man met de hamer zijn tegengekomen. 'Ik kan niet anders zeggen dan dat mijn burnout mij onmiskenbaar goed heeft gedaan', schrijft Annegreet van Bergen in haar boek. 'Ik kon ingeslepen patronen veranderen en mezelf een nieuwe manier van leven aanleren. Het resultaat is dat ik me herboren voel.'

Eenmaal hersteld heeft bijna iedereen het gevoel een tweede kans te hebben gekregen. En dat ze zijn veranderd. 'Ik ben mezelf een stuk belangrijker gaan vinden', zegt de een. 'Ik hoef niet meer met de grote stroom mee, heb mijn eigen kracht gevonden', vindt een ander. Toch zijn er niet veel mensen die in de herkansing een radicale ommezwaai maken in hun loopbaan.

Zo bleek uit Karstens enquête dat de meeste mensen nog bij hun oude werkgever zaten, zij het vaak wel op een andere plek.
Weber, die dankzij zijn bonussen en opties financieel binnen is, heeft echter besloten om niet meer aan de ratrace mee te doen. Hij is volmaakt gelukkig met vrijwilligerswerk in zijn vakgebied, de kinderen en de hockeyclub. 'Uitgangspunt bij alles wat ik doe, is of ik het leuk vind.'

www.intermediair.nl

Levend in Aandacht...: Boekbesprekingen: 'Kiezen is een kunst' en 'Lucht ...

Levend in Aandacht...: Boekbesprekingen: 'Kiezen is een kunst' en 'Lucht ...: Kiezen is een kunst Ben je een piekerprinsesje, een perfectionist of een uitsteller? In deze tijd van overvloed is kiezen een ware kunst. Je...

donderdag 20 oktober 2011

Mindfulness en burnout

Je bent burn-out als je uitgeput bent, afstand voelt ten opzichte van je werk en begint te twijfelen aan je eigen capaciteiten. Om het kort te zeggen: je verlangt naar bed, je sleept je naar je werk en je vindt jezelf niet goed.

Het zijn vaak de harde werkers, de idealisten en de perfectionisten die over hun grenzen gaan. Je moet kunnen branden om op te branden. Het feit dat het opeens niet meer gaat overvalt hen vaak, laat hen onthand achter. Vertwijfeld vragen mensen zich af: ik hebt zó mijn best gedaan en blijkbaar toch iets helemaal verkeerd. Oude zekerheden vallen weg. Er ontstaat schaamte voor het plotselinge onvermogen.

Wat kun je doen?
Burn-out en overspannenheid kennen een natuurlijk herstel. Het belangrijkste wat jij kunt doen, is in iedere herstelfase je grenzen serieus nemen, en daarbinnen doen wat je kunt. Bij het vinden van deze precaire balans kan de begeleiding van een coach of therapeut behulpzaam zijn.

Het herstelproces
Als je herstel eenmaal heeft ingezet, dan kan mindfulnesstraining dit proces stevig ondersteunen:
  • je leert je piekergewoontes te doorbreken;
  • je wordt je bewust van patronen die bij jou tot ontregeling kunnen leiden;
  • je leert beter grenzen aan te geven;
  • je maakt (opnieuw) contact met eigen bronnen van kracht en welzijn;
  • je voedt jezelf met rust en stilte.

Terugval voorkomen
Mindfulnesstraining kan een krachtige ondersteuning vormen om terugval te voorkomen. Mindfulness leert je eerder behoeften en grenzen van je lichaam-geest-systeem op te merken. Je leert ook om meer aandacht te hebben voor wat er te genieten is in het leven, waardoor je ook de andere kant van de balans aanvult.

Burn-out niet afwachten
Ben jij iemand die gemakkelijk over grenzen gaat, zich gemakkelijk wegcijfert voor de goede zaak? Hoe vroeger je signalen van uitputting oppikt, des te beter. Je hoeft niet op een burn-out te wachten. Mindfulness traint je om aandachtiger te leven en beter voor jezelf te leren zorgen, waardoor je meer in balans blijft en uiteindelijk meer kunt geven.

Tips
Denk je dat je opgebrand bent of er tegenaan zit? Er zijn enkele heel praktische richtlijnen die verder energieverlies kunnen voorkomen:
  • Creëer ruimte. Bespreek je stress op het werk en thuis. Maak goede afspraken.
  • Hou contact met je werk en blijf zo veel mogelijk functioneren. Pas het werkniveau aan aan je huidige mogelijkheden.
  • Richt je op wat je nog wel goed kunt of leuk vindt en breidt dit uit.
  • Geef aandacht aan je lichaam (verzorging, sport, voeding).
  • Als je wat verder bent in je herstel: kijk hoe het gekomen is. Het moet echt anders. Hoe ga je dat doen? Neem jezelf serieus.
  • Werk steeds aan je herstel, maar rustig aan. Geef jezelf ruimte voor vallen en opstaan.

Einde van de wereld?
Een burn-out is niet het einde van de wereld. Het kan je wel een stuk terugzetten in je capaciteiten. En: burn-out is een serieuze wake up call. Het is een confrontatie met jouw persoonlijke grenzen en diepere waarden. Het duwt je met je neus op de feiten: welke prijs ben je bereid te betalen voor je werk? Wat is belangrijk in je leven? Voor veel mensen is de terugslag ook een loutering. Sommigen zeggen achteraf dat ze deze periode niet hadden willen missen.

vrijdag 30 september 2011

Belevingsverhaal / schrijfopdracht


Ik ben aan het wandelen. Het is mooi weer. Mijn gedachten laat ik de vrije loop.

Ik denk aan de laatste OR-vergadering. De bestuurder beschuldigt me ervan dat ik de OR gebruik voor persoonlijke motieven.

Ik zeg dat hij nu te ver gaat en dat hij me daarmee kwaad maakt, maar dat ben ik niet echt. Wel een beetje, maar niet erg.

Voor een deel heeft hij zelfs gelijk. Mijn belangen behartig ik in de OR net zo goed als die van mijn collega's.
Een collega OR-lid wordt echt kwaad en breekt in. Ik laat haar begaan (kan ik mooi even nadenken) en neem later het gesprek weer over met argumenten. De bestuurder slikt zijn woorden in, maar er blijft toch wat hangen...

Het onderwerp was de regeling vergoeding woon- werkverkeer, waarvan ik twee jaar daarvoor al op persoonlijke titel had aangegeven dat die niet klopte met de CAO en waarvan me nota bene door P&O was gevraagd e.e.a. via de OR te laten lopen...

Terwijl ik loop en terugdenk wordt ik toch weer kwaad. Kwader dan tijdens de vergadering. Het onrecht raakt me. Zowel het persoonlijk onrecht van het niet krijgen van een vergoeding die me wel toekomt, als de arrogante koppigheid, tijdrekken en goochelen met argumenten van de bestuurder om maar niet aan zijn verplichting te hoeven voldoen..

Ik bedenk een strategie en werk die uit in mijn hoofd, waardoor de boosheid wegebt. Toch weet ik dat hij op een ander moment weer terugkomt zolang het onrecht voortduurt.

Ik denk aan het afdelingshoofd dat me 's-avonds aan de telefoon “in vertrouwen” vertelt dat het management me “lastig” vindt en een “regelneuker” en dat ze me zo helemaal niet kent. Ik zeg dat ik dat op dit moment ook ben en ook nog wel een tijdje zal blijven omdat de omstandigheden daar op dit moment om vragen. Er is teveel mis en er moet teveel worden rechtgezet.

Ze zegt dat ze me dan ook een regelneuker vindt en vraagt of ik thuis met de jongens en Irma niet al genoeg heb om me druk over te maken...

Misschien is ze slim, oprecht of allebei? Ik laat het niet merken, maar ze raakt een snaar. Ik vindt oprecht dat er iets moet veranderen in de organisatie, maar vraag me soms af of ik daar het voortouw in moet nemen. Ik denk aan de jongens en aan Irma. Aan hoe moe ik ben als ik thuiskom en ik voel me schuldig...

Maar ik vind tegelijk ook dat het leven niet alleen zorg moet zijn. Dat ik ook mijn eigen ambities en interesses moet kunnen nastreven. Hou ik mezelf daarmee voor de gek? Bedek ik daarmee mijn gebrek aan verantwoordelijkheid? Doe ik dat in mijn werk ook als ik zeg dat ik ergens geen tijd voor heb? Moet ik gewoon nog een tandje bij zetten? Ben ik liever lui dan moe?
Ik twijfel en voel me onzeker.

Ik twijfel dan over het nut van doorzetten. Over het nut van in de OR zitten. Ik denk aan de energie die het kost en probeer argumenten tegen elkaar af te wegen. Ik vind het leuk. De spanning, het spel en het overwinningsgevoel als iets na lang knokken toch lukt.

Dan is het weg. Ja, ik ben soms lui, maar ik werk hard. Zowel thuis als op mijn werk. Ik heb veel aan mijn hoofd en veel te doen en het is logisch dat ik dan moe ben. Mag ik dan soms een beetje lui zijn of ziek, overspannen of burnout en het er even van nemen? Even niet de hele dag “moeten”?

Al wandelend vind ik inmiddels dat ik dat mag, maar zie ik tegelijk ook op tegen het moment dat ik weer zal “moeten”. Moeten van mijn baas, van mijn gezin, van mijzelf...

Ik voel me dan weer opgejaagd. Voel de spanning in mijn maag en borst weer komen. Ik blijf even stilstaan. Kijk naar boven, naar de lucht, adem diep door en laat de spanning van me afglijden.
Dan wandel ik verder.

zaterdag 24 september 2011

Burnout, oorzaken en signalen.

Wat is burnout?
Het is een zinnige praktijk in het Maatschappelijk Werk om problemen en symptomen te bezien vanuit de context waarin zij zich voordoen. Dit is ook zinnig waar het burnout betreft. De meeste mensen die (bij mij) om begeleiding, supervisie of therapie voor hun burnout komen wijten hun ziekte voornamelijk aan zichzelf. Het wordt als een persoonlijk falen ervaren. Dat is echter een onterechte gedachte en een ineffectieve houding die herstel in de weg kan staan. Burnout is een werkprobleem en wordt veroorzaakt door vier factoren. De persoonlijke, individuele factor is er slechts een van. De drie andere factoren betreffen relaties: de relatie met de organisatie , met de cliënten, en met de sociale context. ( zie schema) Het burnout raken moet gezien worden als een relationeel proces, waar dus tenminste twee partijen een rol in hebben. In dat proces raakt de balans tussen geven en ontvangen, tussen zorg voor anderen en zorg voor zichzelf uit evenwicht. De pogingen om de balans te herstellen vragen steeds meer energie wat niet in verhouding staat tot het magere of ontbrekende resultaat. Er ontstaat een negatieve spiraal van interacties waarvan de uitkomst voor de werker steeds nul is. De stress breidt zich vervolgens uit naar andere levensgebieden, met name naar de persoonlijke relaties. Raakt de balans langdurig en ernstig uit evenwicht dan ontstaat er burnout . Burnout is een modewoord geworden. Vroeger was men niet burnout maar oververmoeid en overspannen. Tegenwoordig heet dat allemaal burnout.

Er is echter wel een verschil tussen burnout en overspannen. Bij overspannen is er sprake van normaal functioneren voorafgaand aan een herkenbare stressor waardoor men gedurende een relatief korte periode slechter persoonlijk en professioneel functioneert. Burnout echter beperkt zich tot werkgerelateerde klachten en er is al jaren sprake van overbelasting en overspannenheid. De kenmerken zijn; emotionele uitputting, ongewone vermoeidheid, een verminderde betrokkenheid en/of afstandelijke houding naar het werk, en het gevoel niet meer competent te zijn. Burnout komt voornamelijk voor in de contactuele beroepen. Onderwijs en horeca scoren het hoogst ( 13 %), de welzijnssector zit iets boven het gemiddelde (10%) . ( CBS 1998)

De oorzaken van burnout

Schema: de oorzaken van burnout. ( vrij naar Schaufeli 1992)

Als we bovenstaand schema interpreteren naar het maatschappelijk werk dan kunnen we de volgende bedreigende factorensignaleren.
De persoonlijke factoren die mensen meer kwetsbaar maken zijn: een verleden met onverwerkte (traumatische) ervaringen. Verder: bepaalde (karakter)eigenschappen zoals perfectionisme, moeilijk grenzen stellen, je graag manifesteren, hoge verwachtingen hebben en hoge eisen stellen, idealisme, bereidheid om te geven, om te zorgen. Tenslotte spelen waarden als loyaliteit, plichtsgetrouwheid en altruïsme een rol. Kortom het zijn niet de slappelingen maar de harde werkers met het hart op de goede plaats en met ideële motieven die een verhoogd risico lopen.

De professionele factoren betreffen ten eerste de cliënten waarmee men werkt. Een eenzijdige caseload met bijvoorbeeld ongemotiveerde of getraumatiseerde cliënten werkt stressverhogend. Datzelfde geldt voor de dagelijkse confrontatie met steeds dezelfde problematiek of met zeer moeilijk oplosbare problemen zoals bijvoorbeeld in het werk met vluchtelingen vaak voorkomt. De derde factor betreft de onkunde in het methodisch werken, of het ontberen van specifieke methoden voor een bepaalde doelgroep.

De werkomgeving
Uit onderzoek blijkt dat deze factor, in combinatie met de persoonlijke factoren de meeste invloed heeft op het ontstaan van burnout. De belangrijkste factoren zijn, intensiteit van het werk (86%), gebrek aan ondersteuning van collega's en superieuren (80%) de hoeveelheid werk (61%) en de tijdsdruk (43%). De reden dat de werkomgeving en met name de menselijke verhoudingen daarin zo'n belangrijke rol speelt is waarschijnlijk de volgende; in het werken met cliënten is er altijd sprake van een onbalans tussen geven en nemen, de hulpverlener geeft meer dan hij ontvangt. Dit uit balans zijn moet gecompenseerd worden door de werkomgeving en dat gebeurt wanneer er een gevoel van saamhorigheid en van steun van bovenaf binnen een instelling heerst. De M.W-er. is echter geneigd om de spanning tussen de taakopdracht van de instelling om hulp te verlenen en het appel van de cliënt als een persoonlijke zaak te zien. Het is echter een gezamenlijk en professioneel probleem waar de instelling als geheel verantwoordelijk voor is. Is er geen goed werkklimaat dan betekent dat een dubbele last, men mist niet alleen steun maar men moet zijn energie ook nog besteden aan het oplossen van conflicten. Bedreigende factoren in een organisatie kunnen zijn: gebrek aan leiding, onduidelijke besluitvorming en beslisstructuren, weinig inspraak en een rigide leiding. Heel veel burnout-ers hebben een langdurige strijd met de leiding om erkenning van hun werkproblemen achter de rug. Botsende waarden en normen kunnen het werk ook verzwaren, bijvoorbeeld de opdracht tot steeds zorgvuldiger hulp welke in de praktijk in strijd kan komen met de zakelijker eis van het halen van de productienormen. De omgang met collega's is een zeer bepalende factor. Teamconflicten, het ontbreken van collegiale steun en de onveiligheid die dat schept, creëren intense stress en vreten energie.
Factoren uit de sociale context. Problemen in de directe leefsfeer, zoals relatieproblemen of het verlies van naasten, eisen alle aandacht op en verminderen de aandacht en inzet op het werk. Ook hoe de maatschappij het beroep waardeert of tegen de doelgroep aankijkt (discriminatie bijv.) kan een last zijn. Datzelfde geldt voor bepaalde oordelen die er heersen ten aanzien van ziekteverzuim en burnout in een bepaalde sociale groep. Tenslotte kan de politiek een rol spelen in de verzwaring van het werk bijvoorbeeld door het onthouden van de noodzakelijke financiën.

De beschermende factoren tegen burnout kunnen we kortweg omschrijven als het positief tegenovergestelde van de bedreigende factoren. Iemand met een realistische houding, werkend in een loyaal en ondersteunend team, met een te hanteren werkdruk en wisselende taken en levend in een goede gezinssituatie zal moeilijk burnout raken.

In het centrum van het schema staat coping: de manier waarop men stress het hoofd bied. Coping is niet uitsluitend een individueel gegeven. Hoe iemand met werkstress omgaat hangt mede af van hoe er in zijn omgeving mee omgegaan wordt. Is er in een bepaalde instelling bijvoorbeeld een klimaat van " hulpverleners moeten hun problemen zelf weten te verwerken anders zijn ze niet geschikt voor het vak" dan beperkt dat bijvoorbeeld een van de meest effectieve copingmogelijkheden; hulp vragen en krijgen. In de beoordeling van het individuele copinggedrag moet dus altijd bekeken worden in hoeverre de context dit versterkt of verhindert.

Er zijn vele boeken verschenen (zie literatuurlijst) die de weg wijzen naar hoe men zichzelf kan wapenen tegen burnout. In dit artikel willen we echter aandacht geven aan een fase die vaak weinig aandacht krijgt; de fase van het erkennen dat men burnout dreigt te raken.

Signalen op Persoonlijk niveau
Lichamelijk. Niet meer herstellen van moeheid, verergerde psychosomatische klachten, slaapstoornissen, verhoogd "drugs"gebruik (nicotine, cafeïne, alcohol etc.)
Gevoelens. Zich "leeg" voelen, als verdoofd leven, depressiviteit, angst/paniekaanvallen, vlug van streek, plotselinge, hevige geëmotioneerd zijn, verlies van zelfvertrouwen, gevoel alles niet meer aan te kunnen.
Gedachten. Concentratiemoeilijkheden, chaotische, malende gedachten, fixatie op bepaalde gedachten, besluiteloosheid, met de gedachten elders zijn, vergeetachtigheid.
Gedrag. Functioneren als een "robot", veel klagen, veel zuchten, apathie, zich isoleren, meer fouten en ongelukken maken, ongedurig, vlug geïrriteerd, niet kunnen ontspannen.
Interpersoonlijk gedrag. Niet meer "aanwezig zijn " in relaties, verminderde behoefte aan intimiteit en seks, onredelijk, conflictueus gedrag, verlies aan interesse in omgang met vrienden, intolerantie, anderen als last ervaren, geen hulp vragen en accepteren.

De signalen op het werk waaraan je beginnende burnout kunt herkennen

Werkprestaties

Verlaagde kwaliteit; verminderde kwantiteit; vermijden van taken; meer fouten maken; perfectionisme; geobsedeerd door details; vermijden van verantwoordelijkheden; verlies van professionele en ethische normen.

Werkhouding 
Verlies van motivatie, verlies van interesse afgewisseld met verhoogde strijdlust, gedemoraliseerd, negatieve, kritische houding, onmacht, gevoel te falen ; apathie; gebrek aan zelfvertrouwen.
Werkrelaties.

M.b.t. cliënten. Verlies van empathie en van compassie; victim blaming; onachtzaam met professionele grenzen; emotionele afstand; ongeduld;

M.b.t. collega's. Isolement; slechte communicatie; (staf)conflicten; vermijden van het vragen om persoonlijke en professionele hulp.
Gedrag.

Meer verzuim; geïrriteerd, chaotisch gedrag; veel klagen over cliënten/organisatie/collega's ; alles alleen doen; gedachte aan solliciteren.

Wat te doen met de signalen van burnout
M.w-ers herkennen tegenwoordig eerder de signalen van dreigende burnout. Een tijdige herkenning van de signalen (zie kaders) is een noodzaak. Personen die echt burnout zijn, zijn lichamelijk en emotioneel totaal uitgeput en kunnen ver van huis raken. Het is een moeizaam en pijnlijk proces om daarvan te herstellen. Het is gevaarlijk om het zover te laten komen, het kan neurologische en fysiologische schade berokkenen, bijvoorbeeld een verminderde immuunfunctie.

We zullen daarom hier uitgebreid stilstaan bij de fase die voorafgaat aan het 'afknappen'. Hoe eerder men immers zijn signalen serieus neemt en stopt met voort te hollen, hoe eerder men hulp kan krijgen en het gevaar van totale uitputting kan vermijden.

Er zijn een aantal stappen te nemen wanneer men zelf of de omgeving begint te signaleren dat er iets meer aan de hands is dan een tijdelijke moeheid.

Neem de signalen serieus
Laat het tot je doordringen hoe lang je al met tegenzin naar je werk gaat en hoe vaak je piekert over je werk. Realiseer je verder hoe moe je bent en dat al je pogingen om lichamelijk op te knappen maar weinig effect hebben gehad. Realiseer je vooral hoe je er emotioneel voorstaat. Behalve een bepaalde agressie en verzet voel je niet veel meer, je ervaringen zijn vlak ,je functioneert als en soort robot die plotselinge opvliegingen van irritatie en wanhoop heeft. Je bent gevangen in innerlijke conflicten, je gedachten gaan in cirkels. Je hebt geen contact meer met je behoeften en wensen. Rust en alleen gelaten worden lijkt het enige wat je wilt. Ook het contact met anderen, vooral met je partner en kinderen is afgevlakt. Je ervaart de aandacht van anderen als een last, iets waar je je ook nog mee bezig moet houden. Vaak is het zo dat je naasten al lang zien wat jij niet wilt zien, maar door je gefixeerde en geïsoleerde houding laat je hun hulp niet tot je doordringen. Collega's en partners kunnen daardoor ontmoedigd raken en ophouden met je iets duidelijk te maken, waarmee je isolement vergroot wordt. Neem daarom de signalen uit je omgeving zeer serieus.( zie de meer gedetailleerde lijstjes van signalen in de aparte kaders)
Beëindig je strijd.

De volgende realisatie is vaak de moeilijkste. In de periode dat men aan het opbranden was heeft men iets met veel energie nagestreefd en/of zich tegen iets verzet. Dat zijn vaak nastrevenswaardige idealen; betere zorg voor de cliënten, betere verhoudingen op het werk, erkenning voor bepaald werk. Het kunnen ook meer persoonlijke "idealen" zijn zoals bijvoorbeeld het willen laten zien dat men het na een scheiding alleen aankan, of het niet toe willen geven aan zogenaamde zwakheden als het niet meer aankunnen. Hoe goed deze idealen ook zijn, je hebt die strijd verloren. Wie dat niet toegeeft zal verder vechten en zich nog meer uitputten. De strijd verliezen wil echter niet zeggen dat je je idealen moet opgeven. Er moeten alleen andere wegen gevonden voor worden, want de manier waarop je gevochten hebt is niet effectief gebleken. Dat je de strijd verloren hebt ligt niet alleen aan jou, er zijn meerdere factoren die de uitkomst ervan bepaalden. Sommige factoren zijn echt groter dan jouw invloed. Vaak heeft de burnout-er het bij het rechte eind, hij ziet zaken op zijn werk die niet in de haak zijn of tenminste beter kunnen. Hij heeft ook gelijk; zijn burnout is niet alleen zijn falen het is een relationeel proces waar tenminste twee partijen verantwoordelijk voor zijn. In principe zouden beide partijen in behandeling moeten. Dat is meestal een illusie. Bovendien is de burnout-er niet meer in staat, en vaak niet meer de aangewezen persoon om organisatie-problemen aan de orde te stellen en aan te pakken.

Het is een pijnlijke realiteit voor de burnout-er dat het enige wat hij kan doen is, te onderzoeken hoe hij zichzelf kan veranderen, terwijl hij weet dat er ook andere factoren zijn die veranderd zouden moeten worden.

Zie de valkuilen
De grootste valkuil is waarschijnlijk: " als ik dit of dat eenmaal klaar heb, dan krijg ik tijd voor mezelf". Ook kleine aanpassingen, bijvoorbeeld, een weekje thuis, een tijdje in de ziektewet, vakantie tussendoor; onbetaald verlof, blijken vaak valkuilen. Meestal rust men daar niet echt van uit en bovendien gaat men daarna op de oude voet verder. Valkuilen zijn ook gedachten als : "Als ik het niet doe, doet niemand het" of: "Ik ben de enige die weet wat er gedaan moet worden". Deze smoezen zijn de redenen die men nodig heeft om door te gaan met greep te krijgen op wat langzaam tussen de handen door aan het glippen is.
Sta stil bij je weerstand.

Veel burnout-ers voelen een grote weerstand om te erkennen dat het zover met hen is en dat ze iets zullen moeten gaan veranderen. Hierboven zagen we al de weerstand om toe te geven dat men zijn strijd verloren heeft ( en dus de ander gewonnen heeft). Maar er is ook weerstand om te realiseren dat men niet meer kan functioneren, dat men het niet meer weet, dat men ( al jaren ) op het verkeerde spoor zit. Dat is voor de hardwerkende, ambitieuze, zichzelf wegcijferende persoon die de burnout-er vaak is natuurlijk moeilijk te verkroppen. Dat geldt ook voor het gevoel dat men er alleen niet meer uitkomt en dat men hulp nodig heeft.
Sta stil bij je behoeften.

Voelen waar je behoefte aan hebt is wat je al die tijd niet gedaan hebt en wat nu het meest noodzakelijk is. Meestal komen de volgende behoeften naar voren: behoefte aan steun , soms zelfs aan iemand die de verantwoordelijkheden (even) van je overneemt. Je hebt behoefte aan overzicht over de situatie en inzicht in hoe je zo ver hebt kunnen gaan. Je hebt vooral behoefte aan rust en lichamelijk bijkomen. En tenslotte heb je behoefte aan oplossingen zodat je weer aan het werk kunt.

Kortom, je zit in conflicten en in een isolement, je vraagt en accepteert geen hulp terwijl je eigen oplossingen niet meer werken. Je dreigt in een crisis te komen waar kleine oorzaken grote gevolgen hebben die om grote oplossingen lijken te vragen waartoe je je niet meer in staat voelt. Het wordt van kwaad tot erger. Daarbij ga je met jezelf om als een slavendrijver met zijn slaaf, je bent de slaaf van je eigen leven geworden. Tenslotte, je gaat al lange tijd voorbij aan je behoeften en komt niet meer toe aan jezelf.

We hebben hier de signalen zo realistisch mogelijk beschreven. Keer op keer blijkt namelijk dat de moeilijkste stap is; om het probleem te accepteren dat je hebt: beginnende burnout. Dat is ook wat collega's en leidinggevenden voor elkaar kunnen doen; iemand confronteren met de signalen totdat hij ze ziet en serieus neemt. Pas daarna zijn er volgende stappen mogelijk.

We kunnen in dit artikel niet uitgebreid ingaan op die stappen. In het kort kunnen we het volgende over zeggen.

Burnout gaat niet vanzelf over, zeker niet door flink te doen en je er overheen te zetten. Het gaat ook niet over met thuis op de bank zitten, dat geeft vaak stress. Je kunt het ook niet in je eentje oplossen. Het is essentieel dat je iemand vindt waarmee je kunt beginnen te praten. Partners, vriend(in)en , collega's zijn de eerst aangewezenen. Zij kunnen je de steun geven zodat je toe kunt laten hoe je ervoor staat en vooral wat je behoeften zijn. Als je dat jezelf hebt toegestaan dan zijn de volgende stappen met wat steun vaak makkelijker te zetten. Het naar buiten brengen van je situatie, waardoor je pas echt voor jezelf erkent dat je burnout bent, gebeurd vaak het eerst bij de huisarts. Het is belangrijk dat je daar het woord burnout laat vallen, zodat je arts je daarin serieus neemt. Hij zal je vaak een tijd rust voorschrijven. Dat zal aangekaart moeten worden op je werk. Met behulp van je gesprekspartner kun je dat gesprek voorbereiden. Ook hier moet je jezelf serieus nemen en de zaken niet rooskleuriger voorstellen. Meestal spreekt men af het een tijdje aan te zien. De contacten met de bedrijfsarts zijn een volgende mogelijkheid om de problemen voor te leggen en uiteen te rafelen.

In het ideale geval ziet een organisatie het burnout raken van een van zijn werkers als een signaal van een gebrekkige communicatie en onderzoekt het zijn aandeel daarin. Meestal is dat echter niet het geval. Wat een organisatie in een individueel geval zou moeten doen is, contact houden en interesse tonen in het verwerkingsproces. Het kan bovendien hulp aanbieden om dat proces te begeleiden. Soms zijn er interne mogelijkheden in de vorm van leidinggevenden, maar meestal is het beter dat er financiën beschikbaar gesteld worden voor therapie of supervisie. De burnout-er moet namelijk in alle rust kunnen onderzoeken wat zijn aandeel was en hoe hij burnout in de toekomst kan vermijden. Daarvoor is de begeleiding van een ter zake kundig professional nodig. Uiteraard speelt de organisatie bij de terugkeer een grote rol.

Sjef de Vries is trainer opleider van het Kempler Instituut Nederland. Hij verzorgt workshops en lezingen voor instellingen voor zorg en welzijn m.b.t. "Preventie van Burnout" . Info 0487- 54 19 17. Zie ook www.kempler-instituut.nl


Literatuur 

Hoogduin, C.A.L. e.a Behandelingsstrategieën bij burnout Bohn Stafleu van Loghum 1996

Karsten, C. Omgaan met burnout. Elmar 1999

Maslach, C.; Leiter,M.P. Burnout. Oorzaken, gevolgen, remedies. Contact 1998

Rooy, L. de Preventie ziekteverzuim, stress en burnout. Nelissen 1994

Schaufeli, W. Opgebrand. Ad. Donker 1992

donderdag 22 september 2011

Burnout kenmerken

Burnout, de belangrijkste vraag bij het ontstaan hiervan is: hoe herken je het fenomeen. Dit betekent niet dat je er direct wat mee wilt doen, want bijna iedereen zal het in eerste instantie ontkennen. In mijn geval werd ik zowel fysiek als psychisch geconfronteerd met diverse signalen en klachten, alleen wilde ik dat niet inzien, laat staan eraan toegeven. Deze periode heeft bijna een half jaar geduurd waarna het escaleerde. Het niet erkennen van een mogelijk probleem is het grootste gevaar van de ontwikkeling van een overmatige stress situatie naar een burnout. Het tijdig herkennen van een langdurige overmatige stress situatie is dus essentieel omdat, door het weghalen van de stressfactoren, andere inzichten en aanpassing van je gedrag, een mogelijke burnout situatie voorkomen kan worden. Een langdurige overmatige stress situatie kent veel risico's en kan al uitval veroorzaken. Het hoeft gelukkig niet altijd te ontaarden in een burnout.

Daarnaast bestaan er verschillende gradaties in burnout. Naast een aantal algemene klachten ben ik gelukkig op tijd, emotioneel en fysiek ingezakt, waardoor verder functioneren niet meer aan de orde was en waardoor voorkomen is dat het tot een zware burnout geleid heeft. Er zijn ook mensen die door een burnout geveld worden, die (zeer) lange tijd apathisch en onbenaderbaar zijn. Een snel positief herstel zal dan logischerwijs moeilijk zijn. Daarnaast zal het niet iedereen lukken om weer terug te keren in het arbeidsproces. Van belang hierbij is dat deze categorie mensen wel zover herstellen dat functioneren in de prive situatie mogelijk is en hopelijk met een andere kijk op het leven. 
 
Ik ben van nature een prater waardoor ik, denk ik achteraf, grote extreme problemen heb kunnen voorkomen. Tijdens de aanloop naar de burnout heb ik regelmatig stoom afgeblazen door de vele gesprekken met mijn vrouw. 
 
Ondanks de opmerkelijke negatieve resultaten van de burnouttest, de duidelijke signalen vanuit mijn directe omgeving en vanuit mezelf, heeft dit alles niet geresulteerd in het onderkennen van mijn probleem, waardoor ik in een burnout situatie ben gekomen.

Hierbij is het van belang dat je jezelf realiseert dat mensen doorgaans verschillend op stress reageren, bij de één zullen de klachten meer psychisch zijn en bij de ander van lichamelijke aard of een combinatie van beiden. Ook zijn er mensen die nergens last van hebben en onder langdurige stress prima functioneren. Deze categorie mensen hebben de vaardigheid om stress snel te neutraliseren en zich goed te kunnen opladen voor een volgend moment of de volgende dag.

Ondanks bovengenoemde verschillen zijn de volgende symptomen van het lijden onder stress te beschouwen als vroegtijdige waarschuwings signalen(Krimpen 1989):
  • Concentratieproblemen; lezen gaat moeilijker omdat je de tekst niet meer kunt onthouden en deze daarom niet echt meer opgenomen wordt.
  • Toename van vergeetachtigheid; het maken van kattebelletjes wordt noodzakelijk.
  • Emotionaliteit; b.v. snel ontroerd, blij of teleurgesteld. Dus grote schommelingen in stemmingen.
  • Besluiteloosheid; het wordt moeilijk om hoofd- van bijzaken te onderscheiden.
  • Slaapproblemen; je hebt inslaap- en/of doorslaap problemen of je wordt regelmatig badend in het zweet en angstig wakker.
  • Meer fouten maken; doorgaans zul je meer uren werken om het werk af te krijgen, kans op het maken van fouten wordt hierdoor steeds groter.
  • Lusteloosheid; je kunt jezelf steeds minder tot handelen aanzetten. Geen zin en energie meer om 's-morgens naar het werk te gaan.
  • Cynisme; afzetten en onverschilligheid naar je werk en in de prive situatie.
  • Toenemende onzekerheid; je gaat je steeds meer minderwaardig voelen.
  • Sexuele problemen; geen zin en/of impotentie.

Enkele andere psychische en/of lichamelijke klachten, vanuit het perspectief dat stress merkbaar is in het gedrag, zijn:
  • Veranderingen in gedrag; in energie, in sociaal opzicht en in openheid.
  • Veranderingen in wijze van praten; in tempo en samenhang.
  • Versmalling; storten in diepte en beperking in breedte, je stort je nog meer op je taak en vergeet hierdoor aandacht te geven aan andere zaken (sociale contacten, hobby’s etc.).
  • Verminderde lichamelijke conditie; snel moe zijn, vaak verkouden, grieperig of hoofdpijn.
  • Vermeerdering aantal werkuren; nog meer tijd besteden aan je werk om de opgelopen achterstand door slecht functioneren in te halen.

Indien bovenstaande signalen en klachten herkenbaar zijn, neem dan enige afstand van de stressfactor(en) en bedenk of je deze situatie wilt voort zetten en of je het er voor over hebt en door wilt gaan op deze destructieve manier. Een gesprek met je partner, manager, de huisarts of de bedrijfsarts kan hierbij zeer zinvol zijn. 

Luister goed naar je eigen gevoel, de omgeving en ga diep nadenken over de signalen vanuit je omgeving en maak dan bewuste goede keuzes voor jezelf. Maak jezelf sterker door anders om te gaan met stress.