Posts tonen met het label Ervaringen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Ervaringen. Alle posts tonen

woensdag 26 oktober 2011

Dertiger..? Voorkom een burnout

Carrière maken, de zorgtaken thuis en vriendschappen onderhouden. Je hebt het druk, maar wil alles blijven doen. Wanneer is het tijd om keuzes te maken?

Op jonge leeftijd met een burnout thuis zitten: het lijkt een trend. Wat eerder weggelegd leek voor veertigers en vijftigers, ligt nu ook voor dertigers op de loer. Tijdens de studie zijn ze al met 1001 dingen bezig; een goede opleiding volgen, investeren in waardevolle vriendschappen en eventueel nog een bestuursfunctie. Wie net aan zijn carrière begint, moet opnieuw een evenwicht vinden tussen al die activiteiten. Zoniet, dan leidt dat al op jonge leeftijd tot een burnout. 

Zoals bij de 34-jarige Maarten. Als projectmanager bij een groot internationaal bedrijf kreeg hij in de loop van de jaren de verantwoordelijkheid voor steeds grotere projecten. Maarten gaat volledig op in zijn werk, maakt werkweken van meer dan zestig uur en is 's avonds zelden op de bank te vinden. Twee bestuursfuncties bij prestigieuze netwerkorganisaties en uitnodigingen voor borrels van prominenten uit het vakgebied houden hem druk bezig. Getrouwd en met het tweede kind op komst heeft hij de laatste tijd geregeld ruzie met zijn vrouw. Zij vindt dat Maarten gestresst is en geen prioriteiten stelt.

Dertigers met een werk- en leefstijl zoals Maarten: getalenteerd, goed opgeleid, enthousiast en hart voor de zaak. Jong en ongebonden gaan ze er voor, maar ergens in de loop van de jaren na de studie verliezen ze ongemerkt de grip op de balans tussen werk en privé.

Hoe weet je als dertiger dat je keuzes moet maken?

Stel jezelf de volgende vragen:

Let op signalen uit je omgeving.
Wordt er geklaagd dat je nooit meer thuis bent? Zie je goede vrienden te weinig? |

Let op stressgedrag.
Ben je kortaf en snel geïrriteerd? Haast je je vaak? Vergeet je te eten? Heb je alcohol nodig om tot rust te komen?

Bekijk je agenda eens kritisch.
Is er nog wel tijd om spontaan iets leuks te gaan doen? Ben je elke avond op pad? Wanneer had je voor het laatst echt tijd voor je partner?

Check je energiehuishouding.
Zijn er vermoeidheidssignalen? Kan je moeilijk je bed uitkomen? Kosten dingen die je vroeger leuk vond om te doen je nu energie?Maarten kon er op basis van dit lijstje niet omheen: hij moet keuzes maken om een burnout te voorkomen. Zijn plan? Meer rustmomenten in zijn agenda zetten, twee keer in de week sporten, stoppen met een van zijn bestuursfuncties en minimaal twee avonden door de week thuis zijn.

Wat ga JIJ doen..?


maandag 24 oktober 2011

Beter af na een Burnout...


Het is dé beroepsziekte van deze tijd. Burnout. Oftewel: afgebrand. De aanloop naar de aandoening volgt een vast patroon. En het profiel van de slachtoffers is bijna altijd hetzelfde. Mensen die een burnout krijgen, zijn steevast van die frisse, enthousiaste en bevlogen mensen waar je altijd op kunt rekenen en die zich meer dan honderd procent inzetten op hun werk. Jarenlang werken ze hard, maken ze lange dagen. Ze maken dan ook snel carrière. En gaan vervolgens nog harder werken, nog langere dagen maken met alle gevolgen van dien voor hun privé-leven. Het jaar voordat ze instorten, krijgen ze allerlei pijntjes en problemen. Bijvoorbeeld: hoofdpijn, slaapstoornissen, rugklachten of eczeem. Ze negeren hun klachten, vinden dat ze het niet kunnen maken om zich ziek te melden en zijn ervan overtuigd dat ze onmisbaar zijn op hun werk.


Dan dient zich een spannende gebeurtenis aan op het werk, een fusie, een reorganisatie. Daar weten de burnouts in spe zich meestal nog wel redelijk doorheen te slaan, ondanks dat hun stressklachten verder toenemen -- net als hun consumptie van verslavende middelen (paracetamol, drank, sigaretten, koffie). En dan opeens, na een korte vakantie die ze zichzelf nog net toestaan, storten ze in. Hartritmestoornissen, zware paniekaanvallen, trillen, acute pleinvrees, voortdurend huilen: het is wonderbaarlijk dat mensen ineens zo kunnen instorten. Even wonderbaarlijk is dat ze ondanks al die klachten na verloop van tijd -- gemiddeld een half jaar -- ook weer herstellen. Maar is daarna ook alles weer bij het oude?

Piekende carrière, privé-leven in dal
Eind jaren negentig ging het bedrijfsleven 'crescendo', zoals Daniel Weber het noemt. Hij werkte destijds als jurist bij een participatiemaatschappij en zijn werkdruk steeg even excessief als zijn beloning. 'Mijn werkkamer stond vol met tafels vol met stapels dossiers. Ik werkte tien transacties tegelijk af. En steeds lag er een nieuwe stapel te wachten. Ondertussen kreeg ik bonus op bonus. Aandelen, opties; het hield niet op. Dus met veel plezier stoomde ik door, nam ik steeds minder pauzes en werkte ik regelmatig nachtenlang door.'

Maar terwijl zijn carrière piekte, bereikte zijn persoonlijk leven een dieptepunt (daarom wil hij liever niet met zijn echte naam in dit artikel). 'Het contact met mijn vrouw was nihil en voor de kinderen was ik er niet of nauwelijks.' En net als de meeste mensen die opbranden, leefde Weber ongezond. 'Ik verstookte twee, drie pakjes sigaretten per dag en om te ontspannen, ging ik drinken. Zo'n vier tot vijf dubbele whisky's per dag met nog wat andere dingetjes. Op een gegeven moment werkte dat niet meer, dan dronk ik nog meer en rolde ik half bewusteloos in bed. Om acht uur stond ik op en met heel erg veel zwarte koffie raakte ik weer op de been.'

Weber raakte zelfs in een psychose. 'Na een idioot drukke periode op het werk ging ik met mijn gezin op wintersport. Ik raakte daar los van de realiteit, begon te hallucineren en dacht dat ik iemand anders was. Maar in die staat voelde ik me heel goed, dus niemand merkte iets aan me. En zo ben ik van Frankrijk naar Nederland gereden met onze drie kinderen op de achterbank.' Pas toen merkte Webers vrouw -- nota bene psychotherapeute van beroep -- dat haar man ernstig in de war was. Thuis, met behulp van een bevriende psycholoog, wist ze hem weer terug te brengen in de realiteit.

Daarna moest Weber -- stap één in het genezingsproces -- weer gezond gaan leven. Hij moest niet alleen weer leren slapen, de alcohol laten staan en meer bewegen. 'Ik ben ook een paar maanden in psychotherapie gegaan. Ik wilde weten wat er met me gebeurd was en hoe ik dat in de toekomst kon vermijden. Ooit had ik een goede relatie. Nu eiste mijn vrouw, zeer terecht, dat ik haar het perspectief bood dat ik het anders zou doen.'

Fysieke grenzen erkennen en gedragstherapie
'Burnoutpatiënten moeten eerst erkennen dat ze hun fysieke grenzen hebben overschreden. Ze moeten beseffen dat gezondheid belangrijk is voor een mens en dat ze hun gewoontes en gedrag flink moeten aanpassen', zegt psychologe Carien Karsten. Ze werkt bij het Human Resourcesbureau B&A/Prometheus en heeft twee zelfhulpboeken geschreven over burnout. 'Het punt is dat ze wel weten dat gezond zijn belangrijk is, maar niet in staat zijn daar ook naar te leven.'

De behandeling van een burnout bestaat dan doorgaans ook uit cognitieve gedragstherapie, naast gedragstherapie en loopbaanadvies. Om meer inzicht te krijgen in wat ze aankunnen, leren mensen welke situaties bij hen stress veroorzaken en van welke dingen ze juist energie krijgen. Ze leren hoe ze minderen kunnen piekeren, hoe ze weer positiever kunnen denken en hoe ze zich assertiever kunnen opstellen op het werk.

Journaliste Annegreet van Bergen had acht jaar geleden haar burnout en beschreef haar ervaringen in haar boek De lessen van burnout. Ze zocht de hulp van een psychiater die constateerde dat haar 'actieve kant overontwikkeld' was. 'Ik reageerde op vrijwel alles heel heftig en ik stak energie in dingen die ik beter kon laten betijen. Voor mij was dat inzicht een enorme eye-opener. Dat ik niet overal op af hoefde te stappen, dat ik me niet overal verantwoordelijk voor hoefde te voelen.'

Nu ze regelmatig rust neemt en niet meer overal impulsief op af stormt, voelt ze zich meer in balans dan ooit. 'Ik ben nadrukkelijk op mijn eigen energiemanagement gaan letten. Ook in mijn privé-leven trouwens. Ik moest me echt bewust worden van wat energie kost en wat energie oplevert.' Ook Karsten besteedt in Uit je burnout, een 30 dagen programma veel aandacht aan het mentale veranderingsproces. 'De lichamelijke kLachten gaan meestal over, maar niet vanzelf', zegt Karsten.

Geen ziekte, maar levensles
Het zal een jaar of tien geleden zijn geweest, dat voor het eerst de diagnose burnout werd gesteld. Inmiddels komt de aandoening heel veel voor, zegt bedrijfsarts Marielle A Tjak. Toen ze nog als bedrijfsarts in de geestelijke gezondheidszorg werkte, was bijna driekwart van de ziekmeldingen het gevolg van psychische klachten. 'Nu werk ik bij een gemeente en daar is het aandeel psychische klachten iets lager, maar nog steeds erg groot.'

Hoewel er uitgebreide richtlijnen zijn voor het stellen van de diagnose burnout, huldigt A Tjak het standpunt dat burnout géén ziekte is. 'Eigenlijk is het een levensles. Mensen die een burnout oplopen, hebben onvoldoende inzicht in wat ze fysiek en geestelijk aankunnen. Ze hebben niet goed in de gaten welke eisen het leven aan hen stelt en hebben in het algemeen veel te overspannen verwachtingen ten aanzien van wat ze allemaal moeten presteren in het leven.' 'Bovendien wordt er voortdurend op gehamerd dat succes binnen ieders bereik ligt. Mensen vinden zelfs dat ze er recht op hebben.'

Als burnout een levensles is en geen ziekte, is het wel een les waar mensen goed ziek van worden. Gelukkig leren de meeste mensen er metterdaad ook iets van. Maar of ze helemaal de oude worden, is moeilijk te zeggen. 'Ze nemen allemaal gas terug en gaan minder werken', constateerde Karsten, toen ze bij haar klanten middels een enquête onderzocht hoe het een jaar later met hen gesteld was. 'Het enige wat ze gedurende langere tijd als klacht houden, zijn concentratieproblemen en geheugenklachten. Hun informatieverwerking doet het niet meer zo goed. Maar naar mijn idee is dat ook het gevolg van de snelle maatschappij waarin we leven. Op het werk moet je nu veel meer je aandacht verdelen dan vroeger. En dat leidt automatisch tot cognitieve overbelasting.'

Nieuw leven dankzij burnout
Binnen een half jaar zijn de meeste mensen weer aan het werk. Het duurt echter wel een jaar of twee voordat mensen écht weer in balans zijn, zegt Karsten. Annegreet van Bergen: 'Het eerste jaar was ik nog vaak moe en mijn incasseringsvermogen was ook niet erg groot. Als iemand iets zei dat me niet aanstond, was ik vreselijk van slag. Het leek wel goed te gaan, maar achteraf gezien was ik nog heel kwetsbaar.'

Een burnout mag dan heel vervelend zijn, en het herstel langzaam, de meeste mensen zijn achteraf blij dat ze de man met de hamer zijn tegengekomen. 'Ik kan niet anders zeggen dan dat mijn burnout mij onmiskenbaar goed heeft gedaan', schrijft Annegreet van Bergen in haar boek. 'Ik kon ingeslepen patronen veranderen en mezelf een nieuwe manier van leven aanleren. Het resultaat is dat ik me herboren voel.'

Eenmaal hersteld heeft bijna iedereen het gevoel een tweede kans te hebben gekregen. En dat ze zijn veranderd. 'Ik ben mezelf een stuk belangrijker gaan vinden', zegt de een. 'Ik hoef niet meer met de grote stroom mee, heb mijn eigen kracht gevonden', vindt een ander. Toch zijn er niet veel mensen die in de herkansing een radicale ommezwaai maken in hun loopbaan.

Zo bleek uit Karstens enquête dat de meeste mensen nog bij hun oude werkgever zaten, zij het vaak wel op een andere plek.
Weber, die dankzij zijn bonussen en opties financieel binnen is, heeft echter besloten om niet meer aan de ratrace mee te doen. Hij is volmaakt gelukkig met vrijwilligerswerk in zijn vakgebied, de kinderen en de hockeyclub. 'Uitgangspunt bij alles wat ik doe, is of ik het leuk vind.'

www.intermediair.nl

vrijdag 30 september 2011

Belevingsverhaal / schrijfopdracht


Ik ben aan het wandelen. Het is mooi weer. Mijn gedachten laat ik de vrije loop.

Ik denk aan de laatste OR-vergadering. De bestuurder beschuldigt me ervan dat ik de OR gebruik voor persoonlijke motieven.

Ik zeg dat hij nu te ver gaat en dat hij me daarmee kwaad maakt, maar dat ben ik niet echt. Wel een beetje, maar niet erg.

Voor een deel heeft hij zelfs gelijk. Mijn belangen behartig ik in de OR net zo goed als die van mijn collega's.
Een collega OR-lid wordt echt kwaad en breekt in. Ik laat haar begaan (kan ik mooi even nadenken) en neem later het gesprek weer over met argumenten. De bestuurder slikt zijn woorden in, maar er blijft toch wat hangen...

Het onderwerp was de regeling vergoeding woon- werkverkeer, waarvan ik twee jaar daarvoor al op persoonlijke titel had aangegeven dat die niet klopte met de CAO en waarvan me nota bene door P&O was gevraagd e.e.a. via de OR te laten lopen...

Terwijl ik loop en terugdenk wordt ik toch weer kwaad. Kwader dan tijdens de vergadering. Het onrecht raakt me. Zowel het persoonlijk onrecht van het niet krijgen van een vergoeding die me wel toekomt, als de arrogante koppigheid, tijdrekken en goochelen met argumenten van de bestuurder om maar niet aan zijn verplichting te hoeven voldoen..

Ik bedenk een strategie en werk die uit in mijn hoofd, waardoor de boosheid wegebt. Toch weet ik dat hij op een ander moment weer terugkomt zolang het onrecht voortduurt.

Ik denk aan het afdelingshoofd dat me 's-avonds aan de telefoon “in vertrouwen” vertelt dat het management me “lastig” vindt en een “regelneuker” en dat ze me zo helemaal niet kent. Ik zeg dat ik dat op dit moment ook ben en ook nog wel een tijdje zal blijven omdat de omstandigheden daar op dit moment om vragen. Er is teveel mis en er moet teveel worden rechtgezet.

Ze zegt dat ze me dan ook een regelneuker vindt en vraagt of ik thuis met de jongens en Irma niet al genoeg heb om me druk over te maken...

Misschien is ze slim, oprecht of allebei? Ik laat het niet merken, maar ze raakt een snaar. Ik vindt oprecht dat er iets moet veranderen in de organisatie, maar vraag me soms af of ik daar het voortouw in moet nemen. Ik denk aan de jongens en aan Irma. Aan hoe moe ik ben als ik thuiskom en ik voel me schuldig...

Maar ik vind tegelijk ook dat het leven niet alleen zorg moet zijn. Dat ik ook mijn eigen ambities en interesses moet kunnen nastreven. Hou ik mezelf daarmee voor de gek? Bedek ik daarmee mijn gebrek aan verantwoordelijkheid? Doe ik dat in mijn werk ook als ik zeg dat ik ergens geen tijd voor heb? Moet ik gewoon nog een tandje bij zetten? Ben ik liever lui dan moe?
Ik twijfel en voel me onzeker.

Ik twijfel dan over het nut van doorzetten. Over het nut van in de OR zitten. Ik denk aan de energie die het kost en probeer argumenten tegen elkaar af te wegen. Ik vind het leuk. De spanning, het spel en het overwinningsgevoel als iets na lang knokken toch lukt.

Dan is het weg. Ja, ik ben soms lui, maar ik werk hard. Zowel thuis als op mijn werk. Ik heb veel aan mijn hoofd en veel te doen en het is logisch dat ik dan moe ben. Mag ik dan soms een beetje lui zijn of ziek, overspannen of burnout en het er even van nemen? Even niet de hele dag “moeten”?

Al wandelend vind ik inmiddels dat ik dat mag, maar zie ik tegelijk ook op tegen het moment dat ik weer zal “moeten”. Moeten van mijn baas, van mijn gezin, van mijzelf...

Ik voel me dan weer opgejaagd. Voel de spanning in mijn maag en borst weer komen. Ik blijf even stilstaan. Kijk naar boven, naar de lucht, adem diep door en laat de spanning van me afglijden.
Dan wandel ik verder.